De kerkdienst stap voor stap

Kleine gids bij de kerkdienst

Het Gebouw

Deze Oude of Martinikerk is al 800 jaar een plaats van gebed en ontmoeting. Na de Reformatie ontstond in 1575 in Voorburg een Protestantse gemeente. Op het predikantenbord naast de ingang staan de namen van de predikanten die sindsdien aan onze kerkelijke gemeente(n) verbonden waren.

De kerkdienst

Een kerk – of eredienst laat zich opdelen in drie stukken: de dienst van de voorbereiding (op de ontmoeting met God): diverse elkaar opvolgende gebeden, de dienst van het Woord (waarin de bijbel opengaat) en de dienst van het antwoord (delen en bidden). zie hieronder de uiteenzetting van de drie stukken:

“De dienst van de voorbereiding”

voor de dienst:

1. Luidt de klok

Luidklokken zijn tegelijk met het christelijk geloof door Bonifatius uit Engeland ingevoerd in de 8e eeuw. Hun taak was en is om mensen op tijd naar de kerk te roepen. Aan de manier van luiden kon je vaak horen wat er aan de hand was: geboorte of overlijden, een huwelijk of brand. Op veel luidklokken staan oude teksten. Een daarvan is: Vivos voco: ik roep de levenden. Het is de roepstem van de Goede Herder die zijn kudde bijeenroept. 

2. Ontmoeting en voorbereiding

Je hebt een plek in de kerk gevonden. Waarschijnlijk ben je welkok geheten door de commissie van ontvangst. Wellicht heb je je buurman/buurvrouw al een hand gegeven en over vijf minuten begint de dienst. Wat doe je in de tussentijd? Vroeger was dat geen punt: je zweeg of werd geacht te bidden. Tegenwoordig grijpen veel gemeenteleden de gelegenheid aan voor een gesprekje: een kerkdienst is immers ook een sociaal gebeuren. Anderen hebben voor de dienst juist behoefte aan stilte en concentratie om te ‘landen’ en zich voor te bereiden op de ontmoeting met God. Als de kerkenraad binnenkomt wordt het stil en richten we ons op wat komen gaat. 

3. Consistoriegebed

Leden van het kerkbestuur en de predikant verzamelen zich voor de kerkdienst in de ‘consistoriekamer’, de kerkenraadskamer. De ‘ouderling van dienst’ een lid van het kerkbestuur bidt namens de gemeente voor de predikant om Gods leiding en zegen en voor allen die een taak hebben in de kerkdienst. Daarna komen zij de kerk binnen.

Bij aanvang van de dienst:

Het eerste lied wordt ‘intochtslied’ genoemd: het herinnert aan de Joden die in Bijbelse tijden op weg gingen naar Jeruzalem om daar de grote feesten te vieren. Na een lange reis trokken zij zingend de Tempel binnen. Het is een oud gebruik om ook in de kerk te beginnen met een psalmlied. Het herinnert ons aan de nauwe verbondenheid met het volk Israël. Het intochtslied kan ook gezien worden als de intocht van de Heer zelf. Het markeert het begin van de ontmoeting tussen God en zijn volk. In beide gevallen, als ‘intocht’ van de gemeente en als ‘intocht’ van de Heer, is het passend dat de gemeente gaat staan uit eerbied.

Komt een deel van het kerkbestuur (kerkenraad genoemd) en de predikant binnen. Eén van hen, de ‘ouderling van dienst’, heet de aanwezigen Welkom, kondigt het Stil Gebed aan (waarin we even stil worden om ons innerlijk te richten op de ontmoeting met de Eeuwige) en draagt tijdens het Intochtslied de leiding van de dienst door een handdruk over aan de predikant.

Bemoediging en Groet

Een oud liturgisch gebruik: Predikant en gemeente spreken uit dat zij ook in dit uur afhankelijk zijn van Gods hulp. De predikant groet daarna de gemeente met woorden van de apostel Paulus. Hij heft daarbij een hand op. Zo wordt verbeeld dat het God zelf is die ons tegemoet komt en vrede wenst.

Het Drempelgebed

Het drempelgebed is een moment van reflectie. We staan op de ‘drempel’ van de dienst, met één been nog in de week die achter ons ligt, en met een been in de nieuwe week. We gaan een nieuw begin maken en daarom brengen we (in stilte) datgene bij God wat we verkeerd deden. We bidden om vergeving en/of hulp. Daarna zingen we een lied.

In protestantse kerkdiensten wordt veel gezongen. De liederen zijn geen muzikale opvulling van de dienst, maar gezongen gebeden. Tijdens het zingen komt de gemeente aan het woord: zij dankt, bidt, klaagt, juicht en looft God in haar lied. Het is haar antwoord op het gehoorde. Een kerkdienst is dan ook geen eenrichtingsverkeer, maar dialoog tussen God en gemeente in een spel van Woord en Antwoord

Het Kyriegebed of Gebed om Ontferming

‘Kyrie eleison’ is Grieks voor ‘Heer Ontferm U’. We brengen de nood van de wereld waarin we leven bij God. We bidden tot God voor en namens mensen die lijden of onrecht wordt aangedaan. We bidden als het ware met hen tot God om zijn ontferming.  

Aansluitend zingen we het Gloria of Loflied (een lied waarin we God eren en prijzen) want zijn liefde kent geen einde 

Óf

Klinkt de lezing van het Gebod:

De 10 Geboden of een ander gedeelte uit de Bijbel dat ons voorhoudt hoe God wil dat wij leven met Hem en met elkaar. Wegwijzers naar een echt vrij leven.

Een preek is iets anders dan een lezing. In protestantse kerken heeft de preek een sacramenteel karakter. ‘Praedicatio verbi dei est verbum dei’ luidt een oud kerkelijk gezegde: ‘de prediking van Gods Woord ís Gods Woord’. In de ‘bediening van het Woord’ door de predikant gebeurt er daadwerkelijk iets: Christus zelf komt door de Heilige Geest reëel in ons midden en klopt aan ‘de deur van ons hart’. Luisteren naar een preek vraagt dan ook om een ontvangende  houding: zou God mij iets te zeggen hebben door de menselijke en (dus feilbare) woorden die de predikant spreekt?

“De dienst van het woord”

Gebed om de verlichting met de Heilige Geest

Voordat de Bijbel open gaat, bidt de gemeente of God zelf door de Bijbel en de preek heen tot ons wil spreken. Het is niet vanzelfsprekend dat God zelf aanwezig zal zijn, dat kunnen we niet organiseren, Hij is daarin vrij. Er is wel de belofte dat als twee of drie mensen samen komen in zijn naam, Hij zelf in hun midden zal zijn. Anderszijds is dit ook een gebed om hulp: het gebed om een aandachtige luisterhouding, een ‘open oor’ en een ‘open hart’. 

Het Kindermoment

De kinderen gaan nu naar een eigen ruimte waar zij gaan luisteren naar een Bijbelverhaal. Zij krijgen een kaars mee: zij in hun eigen ruimte en wij in de kerk delen in hetzelfde licht. Tijdens de collecte komen zij terug. Meestal is er een kort gesprekje met de kinderen en zingen we een kinderlied.

Schriftuitleg en verkondiging

 

Nadat de lector (een gemeentelid dat het Bijbelgedeelte voor deze zondag voorleest, volgt de verkondiging of preek. In onze traditie is dit het centrum van de dienst. Het gelezen bijbel gedeelte wordt door de predikant uitgelegd en er wordt gezocht naar wat God ons vandaag door dit gedeelte te zeggen heeft. We volgen in de meeste diensten het oecumenische leesrooster (een rooster dat door kerken wereldwijd gevolgd wordt en eeuwenoude wortels heeft), maar wijken soms daar ook vanaf: dan lezen we een periode uit een bijbelboek.

“De dienst van het antwoord”

De Gebeden: We danken voor wat we gehoord hebben, bidden voor stad en land, zieken, rouwdragenden, en gemeenteleden die het moeilijk hebben. Er is gelegenheid om zelf in stilte te bidden en we sluiten het gebed af met het samen hardop bidden van het ‘Onze Vader’. Naar oud kerkelijk geluid wordt daarbij de klok geluid: biddend staan we met beide benen in de samenleving.

Na een aantal praktische Mededelingen wordt er een Collecte gehouden: een kleine oefening in delen, een offer van geld. Er zijn meestal twee collecten: een voor de diaconie (hulp voor de medemens) en voor de kerk (onkosten).

Wegzending en zegen

Aan het einde van de dienst worden we de wereld ingezonden. De predikant geeft de gemeente daarbij de zegen. Hij spreidt zijn armen wijd en legt zo in Gods naam symbolisch zijn handen op ieders hoofd. We gaan niet alleen. Na het gezongen ‘Amen’ verlaten we de kerk. Daarbij is het een goede gewoonte dat gemeenteleden elkaar een hand geven en een goede zondag/week toewensen.

“Na de dienst”

Is er koffie, thee of limonade (kostenloos) in de Voorhof (het gebouw schuin tegenover de kerk). Welkom! In de kerk blijft de predikant nog even aanwezig voor een kort gesprek of gebed voor wie daar behoefte aan heeft.

10 Tips om meer aan de kerkdienst te beleven 

  • Maak er een gewoonte van. Het helpt als je de zondagmorgen blokt in je agenda. Zo hoef je niet iedere zondag weer de afweging te maken. Het helpt je ook om dieper in te groeien in de taal en de structuur van een kerkdienst. Niet iedere zondag zal je evenveel ontvangen of beleven (dat hoeft ook niet, dan zijn er vast anderen die iets ontvingen), maar regelmaat verhoogt wel de kans daarop.
  • Leef door de week naar de zondag toe. Lees bijvoorbeeld door de week het bijbelgedeelte dat die zondag centraal staat en dat in het kerkblad staat aangekondigd.
  • Laat de zaterdagavond/zondagmorgen al een beetje in het teken van de dienst staan: bid om een woord van God voor jezelf en voor de ander. Bid voor de voorganger en voor je mede-gelovigen.
  • Kom ruim van tevoren, dat geeft de gelegenheid om stil te worden en je innerlijk voor te bereiden.
  • Probeer open te luisteren en innerlijk betrokken te participeren in zang, gebed en luisteren. Een te kritische houding kan dat belemmeren. Natuurlijk is kritiek welkom en toegestaan, maar een kerkdienst is ook een oefening in ‘nederigheid’: het geloof dat God door de woorden van deze voorganger jou wellicht iets te zeggen heeft.
  • De eredienst is ook een oefening in gemeenschap: je zit er niet alleen voor jezelf, maar ook voor je buurman (die zich misschien optrekt aan het feit dat hij niet de enige is die gelooft). Sommige liederen kunnen qua tekst ver van ons af staan (als het gaat over vijanden, ziekte of dood): zing die liederen dan voor anderen dichtbij of ver weg (die wel in de ellende zitten).
  • Bedenk of er voorbeden zijn die in het voorbedeboek kunnen worden geschreven en of er iemand is die je wellicht mee kunt nemen, de ‘drempel’ over kunt helpen.
  • Na de dienst is er gelegenheid anderen te ontmoeten bij koffie of thee. Vraag aan hem of haar eens wat hij of zij is bijgebleven van deze dienst of wat hem of haar geraakt heeft. Iemand anders hoort misschien iets anders dan jij.
  • Zijn er mensen die je (al een tijdje) mist? Informeer eens bij hen of er iets aan de hand is of tip de ouderling of predikant.
  • Is er iemand die je wellicht kunt uitnodigen voor de lunch of koffie?